België moet voortrekker zijn in strijd voor ‘propere handen’

CD&V-Kamerlid Steven Matheï dringt erop aan om de antiwitwaswetgeving eindelijk toe te passen op voetbalmakelaars. Dat doet hij naar aanleiding van de nieuwe onthullingen rond belastingontduiking van spijtoptant Dejan Veljkovic. De wet van 20 juli 2020 bepaalt al dat de professionele voetbalclubs en makelaars onderworpen zijn aan de antiwitwaswetgeving. Maar er zijn nog twee zaken nodig om dit goed te laten werken in de praktijk: een samenwerkingsakkoord afsluiten met de gewesten voor de makelaars en een KB publiceren voor de voetbalclubs.  Matheï pleit er ook voor om op Europees niveau aan de kar te trekken voor moral standards in de voetbalwereld.

Steven Matheï: “De recente onthullingen rond match-fixing, omkoping, belastingontduiking en witwasconstructies zijn verbijsterend en ronduit degoutant. Binnen de voetbalwereld is er dringend nood aan moral standards. De sportieve belangen moeten opnieuw centraal staan, niet het financieel gewin van makelaars of clubbazen. Aangezien de profclubs op dit gebied nalatig blijven, moet de politiek zelf het voortouw nemen. Wij namen al het initiatief om clubs en makelaars aan de antiwitwaswetgeving te onderwerpen. Nu die wet al meer dan een jaar gestemd is, hoop ik dat minister Dermagne eindelijk werk maakt van de verdere uitvoering ervan.”

De wet van 20 juli 2020 bepaalt dat professionele voetbalclubs en makelaars onderworpen zouden worden aan de antiwitwaswetgeving. De leidt tot een verhoogde waakzaamheid en extra verplichtingen voor de voetbalsector, die kampt met een verhoogd risico om blootgesteld te worden aan witwaspraktijken. Concreet moeten verdachte zaken gemeld worden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) dat vervolgens een onderzoek kan instellen. België gaat hiermee verder dan wat Europa verlangt van de lidstaten en is bijgevolg één van de pioniers op dat vlak.

Sinds 1 juli van dit jaar moeten professionele voetbalclubs in ons land zich houden aan de anti-witwasverplichtingen die de wet oplegt. Maar het ontbreekt nog aan een Koninklijk Besluit dat o.a. moet verduidelijken wie de ‘klanten’ zijn die moeten worden gescreend, welke transacties een hoog risico inhouden,… Voor de effectieve toepassing van de anti-witwaswet op makelaars moet er nog een samenwerkingsakkoord met de betrokken gewesten worden afgesloten. “Ik moedig minister Dermagne aan om niet langer te talmen en met bekwame spoed de besprekingen op te starten,” zegt Matheï.

Europees niveau

Ons land gaat met deze onderwerping van voetbalclubs en makelaars aan de antiwitwaswetgeving verder dan wat Europa verlangt van de lidstaten. België is op dat vlak een pionier. Matheï pleit ervoor om ook op Europees niveau aan de kar te trekken.

Matheï: “Het zou logisch en wenselijk zijn dat deze regels ook Europees uitgerold worden. België staat nog steeds op de eerste plaats van de wereldranglijst van de FIFA. Ons land kan dus een voortrekkersrol spelen. Indien de EU alle Europese makelaars en voetbalclubs aan de antiwitwaswetgeving zou onderworpen, zou onze overheid doortastender kunnen optreden.”

Makelaarsvergoedingen

Eerder diende Matheï met zijn collega’s Servais Verherstraeten en Leen Dierick een voorstel in om de vergoedingen van makelaars af te toppen. Dat voorstel werd opgenomen in de programmawet, die woensdag een eerste keer goedgekeurd werd in de commissie Financiën.

FIFA stelt al enige tijd richtlijnen voorop om de relatie tussen makelaar, club en speler te reguleren. De huidige regels zijn vastgelegd in de FIFA Regulations on Working with Intermediaries (RWWI) van 2015. Deze zijn overgenomen door de verschillende nationale federaties. In België zijn die via het nieuwe bondsreglement plotsklaps verdwenen.

De FIFA-regels bevelen in de RWWI o.m. een limiet op makelaarsvergoedingen aan van 3%. De meeste nationale bonden hebben hier gehoor aan gegeven, maar in de praktijk blijft het bij lippendienst. Met nieuwe wetswijziging zal men deze maximumvergoeding nu juridisch kunnen afdwingen. Dit zal gebeuren via een fiscaal aftrekverbod voor alles wat boven de 3% uitkomt en dit gecombineerd met een opname in de minimale belastbare basis als verworpen uitgaven.

Matheï: “Vandaag strijken makelaars exuberante geldsommen op, die niet in verhouding zijn met de geleverde diensten. Sommige makelaars ontvingen bedragen van meer dan 30% van de transfersom. Spelers en clubs ondervinden hier de nadelen van. Door excessieve makelaarsvergoedingen fiscaal te ontmoedigen, kunnen we in de praktijk de regels van FIFA afdwingen. Zo zullen makelaars maximum 3% van de transfersom of van het contract kunnen opstrijken per transfer. Zo kunnen we de uitwassen van zelfverrijking een halt toe roepen en terug de sportieve belangen centraal stellen.”