België moet voortrekker worden in strijd voor proper voetbal

 
 
 

Als de sector zelf nalatig blijft, komt de verantwoordelijkheid om de voetbalwereld te zuiveren bij de politiek te liggen. België moet hierbij een voortrekkersrol spelen en ook op EU-niveau ijveren voor moral standards in de topsport, zegt CD&V-Kamerlid Steven Matheï.

Deze zweem van wijdverspreide belastingontduiking en witwaspraktijken hangen al jaren rond het voetbal. De getuigenis van spijtoptant Veljkovic gisteren in Pano leverde de zoveelste reeks onthullingen rond de malafide praktijken in de sector. Broodzakken met zwarte eurobiljetten, mysterieuze vennootschappen in Montenegro en Cyprus, schimmige naturabetalingen met gouden rolex-horloges… Moral Standards lijken ver zoek in de voetbalwereld. 

De sportwereld is daar zelf het grootste slachtoffer van. Welke sponsors willen zich in de toekomst vereenzelvigen met clubs die zich inlaten met deze praktijken? Blijven supporters het pikken dat op deze manier de naam en faam (en misschien ook de toekomst) van hun geliefde club te grabbel wordt gegooid?

“De clubs (of de Pro Leaugue) zullen zelf wel schoon schip maken,” luidt het al te vaak. De afgelopen jaren tonen aan dat daar geen heil van de verwachten is. Hun nalatigheid dwingt de overheid om zelf het voortouw te nemen en de sector te zuiveren van corruptie en belastingontduiking.

De eerste stap is inmiddels al gezet. Mede op ons initiatief, besliste het parlement in juli 2020 dat ook voetbalclubs en makelaars onderworpen worden aan de antiwitwaswetgeving. De recente getuigenis bevestigt de noodzaak hiervan. Het grote verzet van de voetbalwereld tegen deze maatregel is bedenkelijk. Wie niets te verbergen heeft, hoeft niet te vrezen voor meer transparantie, openheid en waakzaamheid. Door deze maatregel zullen clubs samen met de voetbalbond zelf poortwachters worden om witwaspraktijken op te sporen. Ze zullen verdachte geldstromen moeten melden aan de CFI (de Cel voor Financiële Informatieverwerking).

Toch is intussen meer dan een jaar verstreken en is het nog nog steeds wachten op een koninklijk besluit dat verduidelijkt aan welke verplichtingen de clubs gebonden zijn. Zo is het cruciaal uit te klaren welke geldstromen een groot risico hebben, zoals transfers en grote sponsordeals.  Wat de makelaars betreft, moet minister Dermagne nog een samenwerkingsakkoord sluiten met de betrokken gewesten voor de effectieve toepassing van de antiwitwaswet. Waar wacht de minister op? We moedigen hem aan niet langer te talmen, maar een sprint richting doel te trekken en de bal eenvoudigweg binnen te koppen. 

Ons land gaat met deze onderwerping van voetbalclubs en makelaars aan de antiwitwaswetgeving verder dan wat Europa verlangt van de lidstaten. België is dus een pionier op dit vlak. Het zou logisch en wenselijk zijn dat deze regels ook Europees uitgerold worden. België moet hierin een voortrekkersrol spelen op EU-niveau. België staat nog steeds op de eerste plaats van de wereldranglijst van de FIFA. Ook in de strijd voor een propere voetbalwereld, moet ons land de kop trekken. Indien de EU alle Europese makelaars en voetbalclubs aan de antiwitwaswetgeving zou onderworpen, zou onze overheid doortastender kunnen optreden.

Ook op vlak van het aftoppen van makelaarsvergoedingen moet België een voortrekkersrol opnemen. Op ons initiatief zullen makelaars binnenkort maximum 3% van de transfersom of van het contract kunnen opstrijken per transfer. Ook op dit vlak moeten we aan de Europese kar trekken. 

Niets doen en blind zijn voor de excessen was en is  geen optie.  Door de schandalen hier aan te pakken, kunnen we voortrekker zijn in Europa.

De bal is al lang niet meer rond. Dat blijkt uit de verhalen die nu boven komen drijven. Maar wat betreft de aanpak van de wantoestanden is de bal wel aan het rollen… en moet die vooral blijven rollen.

 

 
Annette Kelchtermans