Tijd is rijp voor Dual Income Tax

Het pas verschenen rapport van de Hoge Raad voor Financiën sterkt CD&V in haar visie op een duaal belastingsysteem. Het document roept op om onze fiscaliteit grondig te herdenken. “De experts geven terecht aan dat lasten op arbeid te hoog zijn,” licht Steven Matheï (CD&V) toe. “Ze stellen net als CD&V een eenvoudigere en transparantere fiscaliteit voor. Een duaal systeem maakt een opsplitsing in inkomsten: lasten uit arbeid of uitkeringen moeten progressief geïnd worden, lasten op inkomsten uit vermogen proportioneel, met een vast tarief. Dergelijk systeem is rechtvaardiger, duidelijker en efficiënter dan de huidige, complexe regelgeving. Met deze visie willen wij met CD&V aan de slag,” aldus Matheï.

 
20200507 dual income tax.png
 

Het lijvige rapport van de Hoge Raad bespreekt uitvoerig de status van ons belastingstelsel en reikt verschillende pistes aan voor een moderne, rechtvaardige en vereenvoudigde fiscaliteit. Het document dringt opnieuw aan op een verlaging van de lasten op arbeid. Een tax shift weg van arbeid zou cruciaal zijn om onze werkgelegenheid duurzaam te ondersteunen.

CD&V onthaalt dit rapport heel positief. “Het is duidelijk dat de experts zich hebben laten inspireren door het Dual Income Tax model dat CD&V al enkele jaren voorstelt. Daarbij worden arbeidsinkomsten nog steeds progressief belast en de andere inkomsten, bijvoorbeeld uit kapitaal, met een vast tarief,” aldus Matheï. “Dit zou ons toelaten om een broodnodige lastenverlaging op arbeid door te voeren.”

Het duaal belastingsysteem splitst belastbare inkomsten dus op in twee categorieën. “Beide categorieën worden belast op een brede grondslag, eventueel met voetvrijstellingen. Een duaal belastingsysteem is een logische stap in de evolutie van onze personenbelasting. We zijn immers in al die jaren geëvolueerd van een globale belasting op het geheel van persoonlijke inkomsten naar een model waarbij steeds meer inkomsten afzonderlijk worden belast. Denk maar aan interesten en dividenden of meerwaarden op onroerende goederen,” legt Matheï uit.

“Het verschil in fiscale behandeling tussen deze categorieën is verantwoord omdat dit rekening houdt met het geldontwaarding door inflatie,” verduidelijkt het parlementslid. “Dat speelt niet bij arbeidsinkomsten. Het onderscheid zorgt bovendien voor een nieuw en rechtvaardiger evenwicht omdat meer vormen van inkomsten worden betrokken in het belastingsysteem en zo ook bijdragen tot de financiering van onze welvaartstaat.”