Duidelijkheid voor werkgevers met thuiswerkende grensabeiders

Vorige week bereikten de Belgische en Nederlandse administraties een akkoord i.v.m. thuiswerkende grensarbeiders, waardoor een van de fiscale knelpunten voor de werkgevers wordt weggewerkt. Dat zegt expert grensarbeid Steven Matheï, die dit dossier ook opvolgde in de Belgische Kamer: “Bij sporadisch thuiswerk kan het huis van de werkgever niet meer beschouwd worden als een vaste inrichting van de werkgever waardoor deze niet extra belast dreigt te worden in het buurland. Dat is goed nieuws voor de werkgevers. Maar we mogen ook de werknemers niet vergeten.”

Op 8 december bereikte de Belgische en Nederlandse administraties een akkoord over het begrip ‘vaste inrichting’ in het kader van thuiswerk. Er is sprake van een vaste inrichting wanneer bijvoorbeeld een Nederlands bedrijf bepaalde bedrijfsactiviteiten laat uitvoeren in ons land. Wanneer een Nederlandse bedrijf met badkamermeubels een showroom opent in België zonder een afzonderlijke jurische onderneming op te starten, wordt deze showroom beschouwd als vaste inrichting en heeft dit fiscale gevolgen. Het Nederlandse bedrijf zal in België belasting moeten betalen.

“Er was heel wat onduidelijkheid i.v.m. de vaste inrichting bij thuiswerkende grensarbeiders. Gelukkig is er nu een akkoord tussen België en Nederland”, aldus Matheï.  Het afgesloten akkoord stelt dat de thuiswerkplek van werknemers geen vaste inrichting kan vormen voor de werkgever wanneer men minder dan 50% thuiswerkt gedurende een tijdvak van 12 maanden. Hierdoor zullen werkgevers niet extra belast worden in het buitenland

Steven Matheï: “Dit akkoord biedt duidelijkheid aan de werkgevers. Maar ook de werknemers mogen niet vergeten worden. Er moet nog steeds werk gemaakt worden van meer thuiswerkdagen zonder fiscale gevolgen voor grensarbeiders. We hebben deze problematiek op de agenda gezet in de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers en blijven ijveren voor gelijke rechten en administratieve vereenvoudiging voor grensarbeiders. De 15.000 Limburgse grensarbeiders mogen niet gediscrimineerd worden.”