CD&V stimuleert gebruik schoolruimtes door verenigingen

 

CD&V zal het brede gebruik van schoolruimtes door verenigingen verder ondersteunen. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Financiën Vincent Van Peteghem op een mondelinge vraag van CD&V-Kamerlid Steven Matheï. Scholen krijgen meer rechtszekerheid wat betreft hun aanspraak op het verlaagd btw-tarief wanneer zij lokalen of zalen ter beschikking stellen aan derden.

 
 
 
 

Steven Matheï: “Scholen zijn het kloppend hart van de lokale samenleving. Het gebruik van schoolruimtes is in vele gemeenten cruciaal voor de werking van sportverenigingen, jeugdbewegingen of buurtinitiatieven. Hierdoor kunnen zalen of lokalen ook buiten de schooluren nuttig ingezet worden. Sportclubs kunnen zo terecht in sportzalen, kinderen krijgen muziekles in de lokalen, quizzen kunnen plaatsvinden in zalen… Dat alles versterkt ons sociaal weefsel. Bovendien kunnen schoolbesturen en gemeenten de extra inkomsten zelf goed gebruiken. Laat ons dit dubbel gebruik dus verder ondersteunen.”

 

Leen Dierick: “Het verlaagd BTW-tarief van 6% voor de bouw en verhuur van schoolgebouwen geeft de lokale besturen de nodige ademruimte om nieuwe en betere schoolinfrastructuur te realiseren. Willen we kwaliteitsvol onderwijs aanbieden dan moeten deze gebouwen voldoen aan  de hedendaagse noden en verwachtingen van onze leerlingen, studenten, leerkrachten en directies.”

Vele scholen worden in de vakantieperiodes, avonden of weekends niet gebruikt voor schooldoeleinden. Verenigingen maken dan tegen betaling vaak gebruik van hun ruimtes. Dat gaat in totaal over zo’n 19 miljoen m² schoolinfrastructuur.

De regering-Michel voerde een verlaagd btw-tarief van 6% in voor de bouw en het verhuur van deze ruimtes. Hieraan was echter een voorwaarde verbonden. Zo moest minstens 50% van de werkelijke gebruikscapaciteit van de school aangewend worden voor onderwijsactiviteiten. De capaciteit werd berekend op basis van het totaal aantal uren waarop de school gebruikt werd, voor onderwijs en door derden.

Dit zorgde ervoor dat sommige scholen, die hun infrastructuur maximaal liet gebruiken door derden, het btw-voordeel verliepen. Dit gebeurde bijvoorbeeld wanneer scholen hun ruimtes tijdens schoolvakanties, weekends en avonden ter beschikking stelden.

Minister Van Peteghem kondigt een soepelere toepassing aan van de wet. De minister vertrekt vanuit de werking van een Brede School in Vlaanderen. Scholen die hun gebouwen openstellen zullen niet meer bevreesd moeten zijn dat ze het verlaagd btw-tarief verliezen. 

Als een schoolgebouw is opgericht door een schoolbestuur moeten enkel de uren opgeteld worden waarop een derde van het gebouw gebruikt maakt. Alle andere uren worden beschouwd als onderwijsuren. Zo wordt het praktisch onmogelijk dat het gedeeld gebruik van een schoolgebouw zou leiden tot een verlies van het verlaagde btw-tarief.

Ook het permanent gebruik van een klein lokaal of een deel van een schoolgebouw door een derde wordt mogelijk. Een stockageruime, vergaderzaal of cafetaria die in hoofdzaak door een vereniging wordt gebruikt, is voortaan toegestaan. Zolang de oppervlakte beperkt blijft in verhouding tot het totale schoolgebouw. Ook Jo Brouns, die het buitenschoolse gebruik van schoolinfrastructuur opvolgt in het Vlaams parlement, reageert tevreden. “Scholen zijn een belangrijke plaats om samen te komen. Kinderen kunnen er spelen, ouders en leerkrachten kunnen er elkaar ontmoeten, verenigingen kunnen er vergaderen. Tal van zwembaden, computerklassen en polyvalente zullen meer en beter benut kunnen worden dankzij de BTW-verlaging van minister Van Peteghem.”

 Volgens Matheï is deze versoepeling een win-win voor alle betrokkenen: steden en gemeenten, scholen en verenigingen. “Deze regeling biedt rechtszekerheid aan de schoolbesturen, maar ook alle steden en gemeenten die zelf onderwijs organiseren. Zij zullen opgelucht zijn dat ze hun ruimtes tegen redelijke prijs kunnen blijven aanbieden in de toekomst. Verenigingen op hun beurt zullen ook nog gebruik kunnen maken van deze zalen en lokalen voor de organisatie van hun activiteiten.”

 

 

 
Annette Kelchtermans