Tijdelijke werkloosheid topspelers uit profclubs niet aanvaardbaar
Steven Matheï (CD&V): “Tijd om fiscaal en sociaal gunstregime te herbekijken”
Door de coronacrisis schakelen vele voetbalclubs over naar het statuut van tijdelijke werkloosheid. Zowel ondersteunende staf als spelers kunnen in dergelijk geval terugvallen op een uitkering. Dit is voor spelers en personeel van kleine clubs naar eigen zeggen nodig om financieel het hoofd boven water te houden. Voor CD&V is het echter moreel onaanvaardbaar dat topspelers van profclubs van dit recht gebruik maken. “Deze spelers genoten jarenlang een sociaal en fiscaal gunstregime. Ze betaalden minimale sociale lasten en verkregen een grote korting op de bedrijfsvoorheffing,” legt kamerlid Steven Matheï (CD&V) uit. Partijgenote Leen Dierick vult aan: “Wie amper bijdroeg aan onze sociale zekerheid, moet nu niet plots aanspraak maken op alle voordelen.” CD&V zal in de Kamer zo snel mogelijk samenzitten met andere fracties om een aanpassing van het fiscaal en sociaal gunstregimes voor topspelers uit te werken.
Zaterdag raakte bekend dat na Waasland-Beveren ook Cercle Brugge niet alleen het technisch personeel, maar ook de spelers op tijdelijke werkloosheid heeft gezet. Topvoetballers krijgen in dat geval een uitkering berekend op een geplafonneerde maandloon van 2.754,76 €. Nochtans had de Pro League eerder opgeroepen om geen gebruik te maken van de sociale zekerheid, “tenzij om dringende economische redenen”. Er wordt verwacht dat andere clubs het voorbeeld van Waasland-Beveren en Cercle Brugge zullen volgen.
“We begrijpen dat clubs hun ondersteunend personeel willen beschermen,” verduidelijkt Dierick. “Dat zowel technische als ondersteunende staf hun job niet verliezen, is voor ons essentieel. Ook mogen clubs wat ons betreft van alle noodmaatregelen van de regering genieten om financieel het hoofd boven water te kunnen houden. Maar topspelers, die jarenlang amper bijdroegen aan de sociale zekerheid, op tijdelijke werkloosheid zetten is in onze ogen niet correct.”
Matheï (CD&V) legt uit: “Door de RSZ-aftrek via plafondloon betalen topvoetballers ongeveer 694,84 € per maand aan bijdragen, ongeacht het loon. Dat is beduidend lager dan het reële loon als je weet dat een voetballer gemiddeld 337.000 € per jaar verdient. Het is voor ons moreel onaanvaardbaar dat zij nu op een stelsel terugvallen, terwijl ze er niet solidair voor hebben bijgedragen.”
Dierick (CD&V) gaat verder: “Professionele voetbalclubs ontvangen nu per jaar zo’n 140 miljoen € aan overheidssteun via sociale en fiscale gunstregimes. Daarbij komen nog de kosten voor de gemeenschap wat betreft de inzet van politie bij wedstrijden. Er zijn grenzen aan de gulheid van de Staat.”
CD&V zal nu samenzitten met andere fracties om een herziening van de fiscale en sociale gunsten uit te werken. “Corona leert iedereen dat solidariteit nodig is, ook inzake sociale zekerheid en fiscaliteit. We wensen de fiscale voordelen voor sportbeoefenaars te behouden om jong talent en kleine clubs te ondersteunen. Maar grootverdieners moeten correct bijdragen,” aldus Matheï. De partij mikt op een nieuwe regeling tegen januari 2021.
De CD&V-Kamerleden dienden vorig jaar, naar aanleiding van het fraudeschandaal in de Belgische voetbalwereld, al een voorstel in om de fiscale en sociale voordelen van sportclubs te herzien.