Fiscale en sociale voordelen voor sportclubs moeten rechtvaardiger
Vandaag bericht de media over een voorstel van de experts van de Pro League over de hervorming van sociale en fiscale voordelen voor profvoetballers. Daaruit blijkt dat de Pro League niet wil raken aan de lage sociale lasten en belastingvoordelen van de profvoetballers, maar wel (lage) heffingen op hoge lonen, makelaars-en transfervergoedingen voorstelt.
CD&V-Kamerleden Steven Matheï, Leen Dierick en Servais Verherstraeten vinden dit voorstel alvast “ruim onvoldoende”. De wetsvoorstellen staan woensdag op de agenda van de commissie financiën.
“De fiscale en sociale voordelen voor sportclubs moeten rechtvaardiger”, herhalen de Kamerleden die er eerder wetsvoorstellen over indienden. “Wij kiezen voor een rechtvaardig systeem. Het gunstregime voor sportbeoefenaars gaat niet op de schop, wel moeten de grootverdieners veel meer bijdragen dan nu het geval is”, aldus de CD&V’ers. Tevens worden de makelaarsvergoeding expliciet in de wet omschreven als een “voordeel van alle aard” en een “voordeel in natura”. Op indirecte wijze komt dit neer op een belasting op transfers.
Jeugdopleiding, kleinere clubs en minder verdiende sporters steunen
“Het belastingsysteem voor sportbeoefenaars moet veel rechtvaardiger, maar de oorspronkelijke doelstelling moet behouden blijven: jong talent moeten we volop kansen geven. Het is uitermate belangrijk dat investeringen in de jeugd mogelijk blijven. We willen de bestaande voordelen herijken naar hun oorspronkelijke doel.
Daarom raken we niet aan de kleinere clubs, de andere sporten en de minder verdienende sporters die de steunmaatregelen weldegelijk nodig hebben”, aldus de CD&V’ers. Ze gaan verder: “Met ons voorstel moedigen we jong talent aan om door te gaan. Ze kunnen deeltijds werken of zelfs voltijds sporten om nog beter te worden. Op die manier geven we kleinere clubs tevens wat ademruimte om het betaalbaar te houden om jonge topsporters toch een loon en sociale bescherming te geven.”
Om de discriminatie tussen Belgische en buitenlandse sportbeoefenaars de wereld uit te helpen, heeft de wetgever in 2007 het fiscaal statuut van bezoldigde sportbeoefenaars aangepast.
Er is momenteel een vrijstelling voor het doorstorten van 80 % van de bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden op de lonen van hun sporters-werknemers. Er geldt geen bestedingsverplichting voor dit bedrag wanneer het wordt ingehouden op lonen van spelers jonger dan 26 jaar. Clubs moeten zich dus niet verantwoorden voor wat ze met het geld doen. Er geldt wel een bestedingsverplichting voor spelers ouder dan 26 jaar.
Dat ingehouden bedrag moet vooral gaan naar de lonen van spelers onder de 23 jaar. Maar wat was het effect? “Hoe meer bedrijfsvoorheffing ingehouden werd, hoe meer geld gegeven kon worden aan jonge spelers, hoe meer bedrijfsvoorheffing opnieuw kon ingehouden worden,... Dat is een vicieuze cirkel en sinds de invoering van dit systeem zijn de lonen dan ook exponentieel hard gestegen in vergelijking met onze buurlanden”, aldus de CD&V’ers. .
In het CD&V-voorstel blijft de vrijstelling van 80% van de bedrijfsvoorheffing behouden, maar de clubs zullen meer moeten verantwoorden hoe ze de middelen investeren. De bestedingsverplichting wordt daarom uitgebreid naar alle lonen, ongeacht de leeftijd. Ze wordt ook verhoogd van 50% naar 100%. Hierbij moet 80% terugvloeien naar jeugdopleiding en infrastructuur. De overige 20% moet geherinvesteerd worden in medische begeleiding.
Om conform te zijn met de Europese staatssteunregels worden financiële maxima ingevoerd voor elke besteding. “De clubs behouden dus grotendeels hun voordeel, maar we willen wel meer sturen in wat er geïnvesteerd wordt. Wij willen bijvoorbeeld investeringen in jeugdspelers voorbehouden voor spelers die al drie jaar bij de club spelen. We ondersteunen met ons voorstel bijvoorbeeld ook programma’s die de combinatie tussen topsport en onderwijs mogelijk maken”, aldus de CD&V’ers.
Naast de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing is er momenteel ook een gunstige RSZ-regeling van toepassing. De professionele sporter betaalt een verminderde RSZ-bijdrage. Er wordt ongeveer 694,84 euro per maand aan bijdragen betaald, ongeacht het loon. Dat is beduidend lager dan wat effectief betaald zou moeten worden, als je weet dat een voetballer gemiddeld € 337.000 per jaar verdient. “De huidige situatie is duidelijk scheefgegroeid”, aldus de CD&V Kamerleden. De voorbije tien jaar kostten de voetballonen de Schatkist ongeveer één miljard euro aan belastinggeld.
Het CD&V-voorstel voorziet daarom in een trapsgewijze opklimming van de tarieven, berekend op het bruto jaarloon. Op jaarlonen boven 250.000 euro worden volledige sociale bijdragen betaald tot aan de grens van 250.000 euro en op het deelboven die 250.000 euro wordt een solidariteitsbijdrage van 5,42% aangerekend ten laste van de werkgever. Het voorstel voorziet aansluitend ook in een betere sociale bescherming, inclusief arbeidsongevallen en beroepsziekten. Ze dragen zo meer af, maar ze krijgen in ruil meer bescherming.
Tenslotte ligt de loongrens voor niet-EU-spelers in ons land beduidend lager dan de ons omringende buurlanden. Momenteel is dit 81.000 euro. “Dat is voordelig voor clubs die zo spelers heel goedkoop kunnen aantrekken en hen een opleiding kunnen voorzien in de hoop hen later met winst kunnen verkopen. Daar worden niet zozeer de spelers, maar wel de makelaars en clubs beter van”, aldus de CD&V-politici. In het CD&V-wetsvoorstel wordt dit 120% van het gemiddeld loon.
“De aanpassingen aan het statuut hadden een aantal doelstellingen die wij blijven onderschrijven: zoals de investeringen in jeugdopleidingen en meer kansen geven aan talent van eigen bodem. Verder wilde men ook de kleinere clubs en de minst verdienende sportbeoefenaars ondersteunen. Dit blijft de doelstelling. Wel moeten de grote verdieners veel meer betalen dan nu het geval is. Met ons wetsvoorstel proberen we daarom het evenwicht te bewaren tussen Belgische sportsectoren die competitief blijven, zonder fiscale uitwassen, die tegelijk méér bijdragen”, zeggen de CD&V’ers.
Transfers worden belast
Momenteel worden er geen bedrijfsvoorheffing en RSZ-bijdragen betaald op makelaarsvergoedingen. Nochtans is dit in de fiscale wetgeving een zogenaamd “voordeel van alle aard” en in de sociale zekerheidswetgeving “een voordeel in natura”, waarop wel degelijk bijdragen moeten betaald worden.
De overheid loopt op die manier jaarlijks ettelijke miljoenen mis. “Voor het seizoen 2018/2019 werden intussen al 44,6 miljoen euro aan makelaarsvergoedingen uitbetaald. Deze vergoedingen hebben niet alleen betrekking op bemiddeling in het kader van transfers, maar ook op loononderhandelingen en andere tussenkomsten”, leggen CD&V Kamerleden Servais Verherstraeten, Leen Dierick en Steven Matheï, uit.
In het CD&V-wetsvoorstel van omtrent de fiscale en sociale voordelen voor sportclubs worden makelaarsvergoedingen expliciet in de wet omschreven als een “voordeel van alle aard” en een “voordeel in natura”. "Ook in het buitenland worden de makelaarsvergoedingen op deze manier belast”, besluiten de CD&V’ers.