Wij ijveren voor snelle oplossing voor verenigingswerkers

 

Er moet snel een oplossing komen voor de vele verenigingswerkers die vanaf 1 januari 2021 geen gebruik meer kunnen maken van het huidige systeem van onbelast bijverdienen. Samen met collega Kamerlid Nahima Lanjri stelde ik een oplossing voor die ten goede moet komen aan de duizenden verenigingswerkers die zich engageren in VZW’s, feitelijke verenigingen en openbare besturen.

 
 
20201209 Verenigingswerk.png
 
 

Wie in zijn vrije tijd tegen betaling bijklust, mag sinds de bijkluswet van 2018 onder bepaalde voorwaarden tot 6.340 euro per jaar bijverdienen zonder belastingen of RSZ-bijdragen te betalen. In het verenigingsleven maken heel wat sporttrainers, animatoren, gidsen, dirigenten in fanfares en koren,… gebruik van dit systeem. Eerder dit jaar vernietigde het Grondwettelijk Hof deze bijkluswet waardoor er vanaf 1 januari 2021 een einde aan komt. Daarmee komt mogelijk ook een einde aan de pure onbelastbaarheid en volledige vrijstelling van sociale bijdragen.

We stelden als oplossing eerder al voor om de 25-dagenregel uit de socioculturele uit te breiden en gebruiksvriendelijker te maken, weliswaar rekening houdend met de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof. De 25-dagenregel stelt werkgevers uit de socioculturele en sportsector vrij van het betalen van sociale bijdragen gedurende maximaal 25 dagen per jaar voor bepaalde functies en activiteiten. Het gaat hier bijvoorbeeld over sportmonitoren en animatoren tijdens vakanties . Minister Vandenbroucke zou  dit systeem kunnen aanpassen om een oplossing te bieden voor de verengingswerkers. We denken hierbij aan de omzetting van het aantal dagen in uren (bijvoorbeeld 350 uur), de uitbreiding van de functies die onder deze regeling vallen en de vermindering van administratieve last en een aanpassing van het fiscale luik. Hierdoor zouden de verenigingswerkers van vandaag niet in de kou blijven staan na 1 januari.

Minister Vandenbroucke bevestigde dat er gewerkt aan een oplossing en dat is goed nieuws voor het verenigingsleven want uit de cijfers die ik onlangs opvroeg blijkt dat er in ons land  vorig jaar maar liefst 28.617 aangiftes van verenigingswerk werden gedaan. Het grootste deel van de aangiftes (16183) kwam van sporttrainers, -lesgevers, -coaches, jeugdsportcoördinatoren en scheidsrechters. Ook in Limburg is dit een veel gebruikt systeem. Vorig jaar werden er 2452 aangiftes gedaan en ook hier is het grootste deel (1642) actief in verenigingen in de sportsector. Zij mogen niet in de kou blijven staan want het verenigingsleven is het kloppend hart van onze maatschappij.

 
Annette Kelchtermans